Lokale heffingen
Toeristenbelasting
De heffing van de toeristenbelasting is ingevoerd per 1 januari 2006. Bij de invoering is door de raad besloten de opbrengsten van deze belasting te gebruiken voor de ontwikkeling van het toerisme in de gemeente Lingewaard. De meeste heffingen worden jaarlijks met het inflatiepercentage verhoogd. Voor de toeristenbelasting is in 2012 met de ondernemers afgesproken dat de eerste jaren de belasting niet verhoogd zou worden. Ook is afgesproken dat een verhoging tijdig wordt gecommuniceerd zodat ondernemers hier rekening mee kunnen houden. De insteek was om de toeristenbelasting in 2018 te verhogen.
In december 2016 heeft u de Nota Toerisme & Recreatie 2016-2022 vastgesteld. Met ondernemers en overige participanten vinden in 2017 gesprekken plaats over de concrete invulling van het actieprogramma. Wanneer dit programma niet binnen de bestaande opbrengst toeristenbelasting kan worden uitgevoerd, dan kan ervoor worden gekozen om de toeristenbelasting in 2019 aan te passen. De toeristenbelasting bedraagt sinds 2012 € 1 per persoon per nacht.
Precariobelasting
In de Begroting 2017 hebben wij u geïnformeerd over het voornemen van de minister van BZK om de precariobelasting voor nutsnetwerken af te schaffen. Daarbij werd in eerste instantie gekozen voor een overgangstermijn van 10 jaar zodat daarin de effecten van inkomstenderving vanwege het afschaffen van deze vorm van precariobelasting konen worden opgevangen. Het voorstel is inmiddels in de Tweede en Eerste Kamer behandeld. De overgangstermijn is daarbij aangepast van 10 naar 5 jaar. Vanaf 2022 kan dan geen precariobelasting voor nutsnetwerken worden opgelegd.
Wij hebben in deze kadernota voorgesteld om de in de Begroting 2017 opgenomen reservering vanwege de afschaffing van precariobelasting te handhaven. In 2022 moet nog € 698.000 worden opgevangen. In 2021 wordt hiervan 50% (€ 349.000) al gereserveerd, de overige 50% moet dan nog in 2022 worden gereserveerd.
Wij zijn vanaf 2016 ook precariobelasting op elektriciteits- en waterleidingen gaan heffen. Daarvoor zijn de overeenkomsten die aan het begin van de vorige eeuw met de rechtsvoorgangers van NUON/Liander en Vitens zijn afgesloten opgezegd. Omdat hierover landelijk nog diverse juridische procedures lopen, worden de opbrengsten die hiermee gegenereerd worden niet ingezet om meer financiële ruimte in de meerjarenbegroting te creëren.
Liander en Vitens hebben ook in ons geval bezwaar aangetekend. Met beide partijen is afgesproken dat we de uitkomsten van de lopende juridische procedures (o.a. gemeente Voorst) afwachten voordat we verdere actie ondernemen. Ingeval de uitkomsten van de juridische procedures in ons voordeel uitvallen, hebben wij in de begroting 2016 al aangegeven waar we de extra opbrengst precariobelasting aan zouden willen besteden.
Besteding extra opbrengst precariobelasting | 2016 | 2018 |
---|---|---|
Verwachte extra opbrengst precariobelasting | 2.000.000 | 2.666.667 |
Compensatie inwoners i.v.m. hoger vast recht van met name water | -1.000.000 | -1.333.333 |
Vrij besteedbaar maken € 7,5 miljoen beklemde algemene reserve | -300.000 | 0 |
Instellen post onvoorzien | -100.000 | -100.000 |
Verdere uitvoering collegeprogramma | -300.000 | -300.000 |
Onderhoud wegen en groen (wegen € 250.000 en groen € 50.000) | -300.000 | -300.000 |
Saldo precariobelasting | 0 | 633.333 |
(- = Nadeel / + = Voordeel) |
Ten opzichte van de tabel in begroting 2016 zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd:
- Opbrengst bij vaststelling verordening in december 2015 aangepast van € 3 naar € 4 per strekkende meter
- Compensatie inwoners naar rato aangepast
- Vrij besteedbaar maken algemene reserve vervallen door notitie rente van de commissie BBV (effecten verwerken in begroting 2017)
- Saldo precariobelasting als gevolg van het bovenstaande.